Citymarketing versus citybranding: en de winnaar is…..

“We moeten meer bezoekers naar onze stad trekken” blijkt een gevleugelde uitspraak bij veel gemeenten. Want meer bezoekers betekent ook sneller meer inkomsten. Maar is dat wel de juiste gedachte? Wil je niet liever gelukkige inwoners, ondernemers en bezoekers die plezier beleven aan de stad? En hoe zit het met het financiële plaatje op de lange termijn? Laten we citymarketing en citybranding eens tegenover elkaar zetten en ontdekken wat de heilige graal is.

Weer een reclame op TV van een leuke stad. Weer een advertentie via de ANWB gids. Elk jaar opnieuw zie je de mooie toeristische plaatjes langskomen. En deze zijn niet gratis. Het gaat hier om citymarketing en heeft als doel om de gemeente of het gebied te vermarkten naar de doelgroepen toe. In veel gevallen gaat het daarbij om het aantrekken van bezoekers. Het is dan vaak gericht op het wat en hoe. Citymarketing komt in veel gevallen niet verder dan deze gedachte. Dat is jammer en een gemiste kans. We moeten af van Citymarketing en veel meer gaan denken aan Citybranding (of zoals sommige graag spreken over ‘Placemaking’). Citybranding handelt vanuit het waarom. Met de vraag ‘waarom’ kom je direct bij de kern en het hogere doel. Waar staat de gemeente of de plek voor en waar gaat het voor?

Je identiteit en je ambities op lange termijn, worden richtinggevend. Je bouwt samen met alle stakeholders aan een sterk fundament: waar staan we voor en waar gaan we voor? Een fundament dat geloofwaardig is, onderscheidend, relevant en lang mee kan gaan. Door hier richting aan te geven, creëer je de juiste voedingsbodem waarop stakeholders zelf aan de slag gaan. Zelf in actie komen.  

Als gemeente geef je zo energie en enthousiasme. Je geeft richting. Maar je gaat niet zelf producten ontwikkelen. De productontwikkeling laat je over aan de bedrijven en de bewoners. Zij moeten energie krijgen en zelf aan de slag willen gaan. Hierdoor ontstaat er op een organische manier nieuw aanbod dat naadloos bij het DNA van het merk aansluit. Of het nu om een evenement, een plek of bijvoorbeeld een faciliteit gaat.

Citybranding richt zich op bewoners. Je biedt hen richting en het juiste vuur om van hun plek de mooiste plek op aarde te maken. Het wordt daarmee authentiek en trekt als vanzelf nieuwe bewoners, bezoekers of bedrijven aan.

Laten we even een voorbeeld nemen om het nut van citybranding te verduidelijken. Stel je voor dat uit onderzoek blijkt dat jouw gemeente de ideale ontmoetingsplek is. Een plek waar ondernemers elkaar als vanzelf ontmoeten en je snel een goed netwerk kunt bouwen. Wat als je dan investeert in een versteviging van dit fundament? Het ontmoeten nog toegankelijker maken door bijvoorbeeld netwerkbijeenkomsten te organiseren, subsidies te geven aan initiatieven om mensen bij elkaar te brengen of door bedrijventerreinen opnieuw in te richten, zodat ontmoeting centraal komt te staan? Dan trekt dit binnen no-time weer ondernemers aan die hiervoor open staan. Die bij dit DNA passen.

Uiteraard kun je dan nog steeds de ontwikkelde ‘producten’ en ‘diensten’ vermarkten door er publiciteit aan te geven. Dit verandert verder niet, maar dat is dan vaak minder noodzakelijk. Het praat zich rond. Je bespaart op de lange termijn juist veel tijd én geld, omdat je jezelf als merk niet steeds opnieuw hoeft uit te vinden.

Ben je al overtuigd dat citybranding jouw stad verder gaat helpen? Dan sta je ongetwijfeld te springen om aan de slag te gaan! Nog 3 laatste tips om ter harte te nemen: 

1. Leg de focus op de inwoners. Zij moeten het merk voelen. Naar leven en beschermen. Maak ze trots, zodat ze het zelf gaan uitdragen. Laat ze er onderdeel van zijn, dan krijg je meer betrokkenheid (en minder navelstaren en gemopper). Stimuleer dit en je zult zien dat de stad zichzelf gaat verkopen!   
2. Neem de tijd. Citybranding heeft een lange adem nodig voordat je resultaat boekt, maar het levert uiteindelijk ook meer op. Bouwen aan een merk vele jaren, dus geef het een eerlijke kans.
3. Durf verder te kijken dan alleen maar meer kwantitatieve doelstellingen. Neem ook kwalitatieve KPI’s zoals het woongeluk van de inwoners mee. Kijk dus naar het totaalplaatje want alles heeft invloed op elkaar. En vergeet niet dat meer gelukkige inwoners en ondernemers uiteindelijk zorgen voor minder kosten.